Wat is mijn....

Hoe ontdek ik mijn gedragspatroon (naar roos van Leary)?

no comments

Roos van Leary test

Het interpersoonlijk circumplex of de interpersoonlijke cirkel is een model dat het gedrag ten opzichte van andere mensen beschrijft. Het gedrag wordt uitgedrukt in twee dimensies, veelal agency of dominantie enerzijds en verbondenheid of affectie anderzijds. De combinatie hiervan leidt tot een cirkelvorm. Het is echter geen dichotoom model, maar een continuüm, zodat gedrag in de meeste gevallen binnen de uiterste cirkel van extreem gedrag zal vallen. Het model kreeg zijn grootste bekendheid door Timothy Leary en door cirkelvorm met mogelijke punten daarbinnen waardoor het gezien kan worden als schietroos, is het ook bekend als de roos van Leary. Leary gebruikte deze term zelf echter niet en sindsdien is het model verder geëvolueerd.

Hoewel de hoek van de vector belangrijk is om het soort gedrag te bepalen, geeft de lengte de mate van gedrag weer. Hoe verder naar de buitenkant, hoe onaangepaster het gedrag en hoe groter de weerstand of sociale allergie blijkt te zijn die opgewekt wordt.[1]

Er zijn vele verschillende vormen waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen de zwakke en sterke variant. De zwakke variant is de interpersoonlijke cirkel waarbij de persoonlijkheidstrekken weliswaar cirkelvormig zijn uitgezet, maar waarbij de onderlinge positie daarbij weinig betekent. De sterke variant is de circumplex waarbij de onderlinge posities aan strikte geometrische voorwaarden op basis van een interpersoonlijke theorie voldoen.[2]

Het model moet niet gezien worden als een simpel stimulusresponsbehaviorisme waarbij gedrag slechts volgt uit de signalen van de omgeving. Het zelfbeeld, de eigen motieven en behoeften spelen ook een belangrijke rol. Het model kan echter wel dienen om een beeld te krijgen van de mate van iemands socialisatie.[3]

Afwijkingen kunnen het gevolg zijn van een beperkte sociale vaardigheid met weinig begrip van wat interpersoonlijke situaties vereisen, moeite om de eigen behoeften en motieven te communiceren en moeite om de behoeften en intenties van anderen te begrijpen.

Model

Het interpersoonlijk circumplex is een grafiek in de vorm van een cirkel met sectoren met daarin persoonlijkheidstrekken of gedrag die van toepassing zijn in interpersoonlijke situaties.[4] Er zijn vele verschillende soorten cirkels, variërend van 4, 8 tot 16 sectoren. De horizontale as is veelal de mate van verbondenheid of affectie – ook wel weergegeven als afstand-nabijheid – terwijl de verticale as meestal de mate van dominantie en volgzaamheid weergeeft, ook wel weergegeven als boven-onder.

Cirkelvormig profiel met resultante

Aan de binnenzijde is veelal normaal gematigd gedrag te vinden, terwijl richting de buitenzijde het gedrag extremer wordt en meer weerstand oproept. Met behulp van deze methode kunnen gedragspatronen geanalyseerd worden waarbij de twee bepalende aspecten van het interpersoonlijk gedrag worden uitgezet in een spreidingsdiagram, resulterend in een hoek die aangeeft welk gedrag het betreft en een vector die de intensiteit daarvan aangeeft. Een andere mogelijkheid met meer detail is er met het radardiagram waarbij elk van de vier, acht of zestien sectoren apart gescoord wordt. Bij een strikt geometrische circumplex zou het spreidingsdiagram hiervan de resultante zijn.[5]

Goed aangepaste mensen variëren hun gedrag over de cirkel afhankelijk van wie ze tegenover zich treffen, waarbij hun gedrag zich meer naar het midden bevindt. Zeer onaangepaste mensen kenmerken zich door hun gedragsintensiteit richting de buitenkant van de cirkel en hebben veelal een beperkt gebied van reacties:

Abnormality consists of the rigid reliance on a limited class of interpersonal behaviors regardless of situational influences or norms, that often are enacted at an inappropriate level of intensity. Normality, then, is simply the flexible and adaptive deployment, within moderate ranges of intensity, of behaviors encompassing the entire circle, as varied interpersonal situations dictate.[6]

Interactie tussen mensen

Hoe iemand zich gedraagt, lokt gedrag uit bij een ander, al is dit veelal onbewust:

Interpersonal behaviors, in a relatively unaware, automatic, and unintended fashion tend to invite, elicit, pull, draw, or entice from interactants restricted classes of reactions that are reinforcing of, and consistent with, a person’s proffered self-definition. If complementary reactions are not forthcoming from interactants, the relationship will either not endure or it will be altered in such a manner that complementarity is established.[7]:201

Als het gedrag van beide bij elkaar aansluit, is dit complementair gedrag. Bij twee mensen die zich verticaal in tegenoverliggende sectoren bevinden – complementaire sectoren, bijvoorbeeld linksboven en linksonder – treedt veelal toenadering op. Mensen in horizontaal tegenoverliggende sectoren – symmetrisch of anticomplementair – vermijden elkaar vaak. Mensen in dezelfde sector of diagonaal tegenovergesteld – acomplementair – zullen elkaar afwisselend aantrekken en afstoten.

Om deze reden veranderen de meeste tweetallen vanzelf naar een interactie vanuit twee verticaal tegenovergestelde posities. Dit gedrag houden ze vervolgens vaak lang zelf in stand. De interactie kan ook veranderen waarbij twee mensen verticaal wel in dezelfde posities blijven – de een blijft dominant, de andere volgzaam – maar samen schuiven ze wel naar andere horizontale posities. Een conflict kan ontstaan doordat twee mensen van helpend en meewerkend naar aanvallend en opstandig bewegen. Tijdens het oplossen bewegen ze weer terug.

Gedragsbeïnvloeding

Het model kan gebruikt worden om iemands gedrag bewust te beïnvloeden. Afhankelijk van de situatie en de fase kan bepaald worden welk octant van gedrag toepasselijk is. Bijvoorbeeld om een opstandig persoon (tegen) in de samen(werking) te krijgen. Men zal dan eerst moeten bepalen in welke verhoudingen men met elkaar staat (bijvoorbeeld leidingevende en ondergeschikte) en naar welk octant men deze persoon wil bewegen. Bij een persoon die opstandig gedrag vertoont kan men interveniëren door zelf helpend of leidend gedrag te vertonen om deze persoon in het octant volgend of meewerkend te krijgen. Vanuit de ondergeschikte positie geldt hetzelfde. Als ondergeschikte kan men volgend of meewerkend gedrag vertonen om een leidingevende van linksboven naar rechtsboven te bewegen. Uiteraard kan het model ook op een negatieve wijze worden toegepast om iemand naar een octant aan de linkerzijde te bewegen.

(source: wikidia.nl)